Hoe merkte je destijds dat je ernstig ziek was?
“Ik had ’s ochtends bij het opstaan steeds minder energie. In het begin denk je ‘ach dat zal de leeftijd wel zijn’, maar toen ik me steeds minder goed voelde ben ik toch naar de huisarts gegaan. Die vulde een formulier in om mijn hart en longen te laten controleren, en kruiste daarbij eigenlijk automatisch ook ‘bloedonderzoek’ aan. Ik was amper terug uit het ziekenhuis toen de huisarts hier thuis al aanbelde met de boodschap dat het foute boel was. ‘Meteen terug naar het ziekenhuis’, zei hij. Ik herinner me nog dat ik vroeg of ik nog eerst even mocht eten.
Stort je wereld in met zo’n boodschap?
“Nee, gek genoeg helemaal niet. Ik dacht heel even ‘shit, leukemie, waarom overkomt dat mij’, maar meteen daarna realiseerde ik me ‘waarom zou dat alleen anderen overkomen en mij niet.’ Ik heb er eigenlijk vrij snel in berust dat het zo was. De volledige diagnose was chronische myeloïde leukemie (CML), een vrij zeldzame vorm. Hierbij is er een fout ontstaan in de stamcel in het beenmerg, waardoor er een afwijkend eiwit (BCR-ABL) wordt gevormd. Dit eiwit zorgt ervoor dat er te veel witte bloedcellen en vaak ook bloedplaatjes worden aangemaakt. Gelukkig is er een medicijn tegen, waar ik goed op reageer.”
Was meteen duidelijk dat het geen kwestie van ‘einde oefening’ was?
“Ja, ik hoorde gelukkig nagenoeg meteen dat er goede hoop was en met het beschikbaar zijnde medicijn zelfs reden tot optimisme. Dat neemt niet weg dat ik flink ziek was en de behandeling was vooral in de eerste fase geen lolletje, met een chemokuur van enkele weken en meerdere beenmergpuncties. Maar het is allemaal goed gegaan, ik slik het betreffende medicijn, imatinib, nog steeds en ik voel me prima. Ik ben na tien jaar wel een keer mogen stoppen, maar dat was van vrij korte duur omdat de bloedwaarden toen toch langzaam weer achteruitgingen. Mijn bloed wordt nu elk half jaar gecontroleerd en tot nog toe kunnen ze gelukkig niets vinden.”
Het hele artikel lezen? Bestel hier Navenant editie 2 voor €7,50.