Ingrediënten voor de vlaaivorm van circa 29 cm.
230 gram Bloem
1 pakje instantgist ( of 15 gram verse gist)
75 milliliter Melk
55 gram boter
25 gram Suiker
1 vingergreep zout ( 3 tot 5 gram)
1 losgeklopt ei
Ingrediënten paneermeel
beetje bakspray of boter om de vlaaivorm in te vetten
1 kilogram kruisbessen (geweckt of uit blik)
aardappelmeel
1 eetlepel suiker
1 theelepel kaneel
Verder nodig
4 eiwitten
275 gram. Suiker
sap van ½ citroen
De gistdeegbodem
Het maken van een gistdeegbodem legde ik al eerder uit in deze rubriek. In het kort: Alle ingrediënten verwerk je op kamertemperatuur in de keukenmachine met deeghaak. Meng eerst 230 gram bloem met 1 zakje instant gist. Voeg 75 milliliter melk, 25 gram suiker, 55 gram boter of margarine in stukjes en een losgeklopt ei toe. Hou een klein beetje van het ei achter om de rand van de vlaai in te strijken. Strooi een vingergreep (circa 4 gram) zout langs de rand van de kom. Kneed met de deeghaak tot een stevige bal deeg ontstaat. Is het deeg te ‘nat’, voeg dan nog wat meel toe. Is het deeg te droog, gebruik dan wat extra melk. Zet het deeg een half uurtje weg in een afgesloten bakje op een warme plek ( op de verwarming of buiten in de zon ). Geef het deeg echt voldoende tijd om te rijzen.
De kruisbessen
Ga in de tussentijd met de kruisbessen aan de slag. Laat ze uitlekken boven een pannetje. Meng een beetje van het vocht met wat aardappelmeel. Gebruik 8 gram per 100 milliliter vocht. Breng de rest van het vocht aan de kook. Voeg het aardappelmeelpapje toe en laat het even opstijven. Voeg dan de kruisbessen toe. Laat de kruisbessen helemaal afkoelen. Verwarm de oven voor op 220 graden. Vet een vlaaivorm in met boter of bakspray. Kneed het deeg na het rijzen nog even na met de hand en maak er een ronde plak van. Rol deze uit met de deegrol. Zorg ervoor dat deze ronde plak ruimschoots in je vlaaivorm past. Ik gebruik een vlaaivorm met losse bodem van ongeveer 29 centimeter doorsnede. Leg de ronde plak in de vlaaivorm. Trek niet aan het deeg, maar zorg ervoor dat je deegplak groot genoeg is om de randen rechtop te kunnen zetten. Laat de rest nog even over de rand hangen. Het deeg rijst nog even na. Prik de bodem hier en daar in met een vork en strooi wat paneermeel over de bodem.
Meng een eetlepel suiker met een theelepel kaneel. Strooi dit mengsel over de bodem van je vlaai. Verdeel de afgekoelde kruisbessen gelijkmatig over de bodem. Rol de rand van je vlaai af met de deegrol. Zet de vlaai net onder het midden in de voorverwarmde oven. Laat de vlaai een kwartiertje bakken. Klop 4 eiwitten en 275 gram suiker en het sap van een halve citroen heel stijf. Haal de vlaai uit de oven en zet de temperatuur terug naar 200 graden. Spuit met een spuitzak het schuim in grote moppen op de vlaai. Zet de vlaai terug in de oven en bak het geheel nog 10 à 12 minuten. Blijf je baksel in de gaten houden, het schuim kan snel aanbranden, dus blijf er even bij om dit te voorkomen. De vlaai is gaar als het deeg goudbruin is en loslaat van de vorm. Haal de vlaai uit de oven en voorzichtig uit de vorm. Laat je baksel op een rooster afkoelen.
De smaaksensatie van een kruisbessenvlaai met schuim is het zure van de kruisbessen in combinatie met het zoete van het schuim. Kortom, een vlaai voor gevorderde vlaaieters.
