‟En opeens kochten wij rode Bourgogne in een melkpakje.” Deze fictieve krantenkop uit het Nederlandse wijnnieuwsblad Wijnpers (digitaal uiteraard) in het jaar 2050, of nog eerder, is helemaal zo gek nog niet. Glas bestaat al heel lang: in de oudheid, rond 1550 v.Chr. produceerden de Egyptenaren glas. Maar wijnflessen uit glas kwamen pas eeuwen later tevoorschijn. Toen er aan het begin van de 17e eeuw in Engeland een tekort aan brandhout was en daardoor het gebruik van kolen opkwam, ontdekte men dat door de hogere temperaturen in de ovens een heel ander soort glas geproduceerd kon worden. Glas dat sterk genoeg is om de globale wijnneuzen kelders te laten graven waar ze voor het eerst hun vloeibare schatten konden stapelen, zonder huilend naar de grond te staren waar de wijn langzaam in verdween en scherven het enige overblijfsel waren van hun korte geluk.
TEKST: MARIO TERTSCHNIG / FOTO’S: SHUTTERSTOCK
De huidige krantenkoppen kunnen op dit moment niet meer zonder bedreigende termen als klimaatverandering, zeespiegelstijging, stikstofcrisis en ga zo maar lekker door. Zelfs in de verste uithoeken van ons land is de boodschap van Moeder Aarde aangekomen: jullie moeten anders, anders is er geen 'jullie' meer. En dit keer gaat het niet om dinosauriërs, nee, het betreft ons mensen. Daardoor komt deze boodschap in alle sectoren van het bedrijfsleven aan als een tsunami, vooral nu in paniek geraakte bestuurders als een van de laatste menselijke bewoners van ‘planet earth’ deze boodschap ook kunnen vertalen. Dus mijn geliefde wijnkelder met zijn mooie oude flessen onder een laagje stof, waar mijn schatten rijpen tot het moment dat ik het gevoel heb dat ze hun zenit hebben bereikt en mij voor de open haard filosofisch laten worden, moet op de schop. 'Deze hoeveelheid glas moet weg’ hoor ik ze al rigoureus roepen. Op naar het Malieveld, of is er een alternatief, een middenweg is er niet meer. Wij zijn al te ver gegaan, het is vijf over twaalf, de wereld is letterlijk en figuurlijk een breekbare glazen bol geworden.
Lees verder in Navenant 1/2020, vanaf pagina 84