Sluiten

Japan: Rollend onder de rijzende zon

Japan en kamperen. Twee woorden die je niet snel in een zin verwacht. De meeste mensen denken bij Japan aan neonsteden, capsulehotels, de razendsnelle Shinkansen en een goedgevulde kom ramen, niet aan wakker worden in een camper met uitzicht op Mount Fuji. Toch is het land uiterst geschikt voor een roadtrip met de camper. Overal vind je campings midden in de natuur en michi no eki – wegstations waar je gratis mag overnachten. De infrastructuur is waanzinnig en zelfs op de meest afgelegen plekken vind je natuurlijke warmwaterbronnen waar je kunt douchen en relaxen (onsen), een brandschoon toilet inclusief verwarmde toiletbril en een vending machine. Reisjournalist Kayleigh besloot een week lang met de camper door Japan te rollen en neemt je mee op camperavontuur.
TEKST: KAYLEIGH VAN PROEMEREN | FOTOGRAFIE: YVES BANZA

De schuifdeuren van de metro glijden open. Met mijn backpack op mijn rug stap ik het perron op. Ik baan me een weg tussen de mensenmassa en probeer zo snel mogelijk de uitgang van deze ‘escape room’ te vinden. Google Maps begeleidt me naar het pick-up point voor de camper – een tankstation in Shibuya, een van de drukste wijken in Tokio. Na een korte briefing en de sleuteloverdracht start ik met knikkende knieën de motor. Links rijden klinkt simpel, maar vraagt in het begin volle concentratie. De verkeersborden zijn allemaal in het Japans en mijn oriëntatiegevoel doet het nog niet helemaal in deze metropool. ‘Je kan het’, spreek ik mezelf toe. Ik adem een keer diep uit en voeg dan in op een van de rijstroken. Ook nu is Google Maps mijn beste vriend. ‘Sla linksaf en vervolg de weg’, klinkt er uit de speakers. Desondanks krijg ik het toch voor elkaar om de verkeerde afslag te pakken en moet ik keren. Een valse start, maar als ik eenmaal de juiste afslag te pakken heb, glij ik Tokio langzaam uit.

ROUTE NAAR RUST
Mijn route zet koers naar Nikko op zo’n twee uur rijden ten noorden van Tokio. Deze stad staat niet alleen bekend om haar eeuwenoude heiligdommen, maar ook om de natuur. Ik slinger mijn zwarte camper door lanen vol cederbomen. In mijn achteruitkijkspiegel zie ik groene bergtoppen gehuld in mist. Het mos dat overal groeit, geeft het landschap een mystiek tintje. Bij aankomst in de stad regel ik een slaapplek. Voor vanavond kies ik een camping. Ik rij erheen om te kijken of er plek is. Bij de receptie lijkt niemand te zijn. ‘Konnichiwa’, roep ik twijfelend. Kort daarop strompelt een gerimpelde man naar de balie. ‘Do you speak English?’, vraag ik hoopvol. De man knikt nee en maakt een buiging met zijn hoofd. Dat had ik kunnen weten. Met Google Translate kom ik een heel eind. Even later parkeer ik mijn camper in het bos. Ik richt de camper in en besef al snel dat alles op Japans formaat is gemaakt. Het bed is eigenlijk te smal voor twee personen, de deken is te kort voor de gemiddelde Nederlander en de klapstoeltjes lijken op kindermeubilair. Ik neem het voor lief, want de vrijheid van reizen met een camper maakt alles goed.

NIKKO NATIONAL PARK
De volgende ochtend word ik gewekt door het getjirp van vogels. Ik zet een kop thee en plan de dag. Nikko National Park wacht. Een natuurgebied vol bergachtige en vulkanische hoogvlaktes, watervallen, meren en tempels. Ik begin bij de Shinkyo Bridge, een felrode brug die ooit alleen voor priesters en de Shogun toegankelijk was. Tegenwoordig mogen toeristen er tegen betaling overheen lopen. Al skip ik dat omdat de brug vanaf de zijkant het mooist is. Vervolgens volg ik een reeks trappen die me via een pad door het bos naar de Rinnojitempel brengen. Drie enorme gouden Boeddha’s vullen de ruimte. Niet veel verderop ligt het belangrijkste heiligdom van Nikko, namelijk Toshogu. In dit complex wordt de beroemde samoerai-leider Tokugawa Ieyasu vereerd. Met verwondering kijk ik naar het gedetailleerde houtsnijwerk en de bladgouden ornamenten.

Na een kop koffie bij Niemon Café rijd ik via haarspeldbochten naar de Kegon-waterval. Zodra ik de parkeerplaats afloop, hoor ik het water met brute kracht naar beneden storten. Tussen de bomen door vang ik alvast een glimp op van de 97 meter hoge waterval. Terwijl tientallen mensen in de rij staan om de lift naar een lagergelegen niveau te pakken, wandel ik naar het uitkijkplateau verderop waar niemand te bekennen is. Ik kan uren staren naar het kletterende water, maar ik heb nog een stop op de planning. Door naar de Yudaki-waterval. Verscholen in de bossen, lijkt deze waterval op een glijbaan van schuimend water. Na een korte hike over houten vlonders en een glibberig pad, besef ik dat ik nog een slaapplek moet zoeken voor de nacht. Terug bij de camper grijp ik naar mijn telefoon. Geen mobiel bereik. Ik rijd tot ik weer signaal heb en parkeer dan langs de weg. Google Maps navigeert me naar een michi-no-eki met onsen. Dat klinkt als de perfecte afsluiting van de dag.

JAPANS BADRITUEEL
Anderhalfuur later parkeer ik mijn camper op een geasfalteerde parkeerplaats. Ik lijk niet de enige met dit idee. Het barst hier van de kei cars en campers. Ik vul mijn stoffen totebag met een handdoek en mijn huispak en loop naar de onsen. Bij de ingang gaan mijn schoenen uit. Op blote voeten stap ik naar de receptie. Ik betaal en zoek dan mijn weg in dit badhuis. Zonder telefoon om te vertalen volg ik wat de locals doen. Vrouwen gaan naar het rode gedeelte, mannen het blauwe. Binnen is het aangenaam warm en muisstil. Ik trek mijn kleren uit en stop ze in een wasmand. Met een klein handdoekje loop ik de badruimte in. Zittend op een plastic krukje begin ik aan het wasritueel: douchen, haren wassen en scrubben. Pas als ik helemaal schoon ben, stap ik het stomend hete bad vol mineralen in. De hitte prikt even, maar al snel voel ik elke spier in mijn lichaam ontspannen. Vijftien minuten later koel ik mijn voeten met koud water en spring ik helemaal zen in mijn huispak. Ik scoor een versgemaakte bentobox bij de supermarkt en geniet van mijn diner in de camper.

SAKE EN HIDA-BEEF
De route brengt me verder westwaarts, richting de bergpassen van de Japanse Alpen. Het landschap verandert langzaam van beboste heuvels in steile bergwanden. Een turquoise rivier stroomt door de groene vallei. Na uren slingerend rijden, bereik ik Takayama. De houten koopmanshuizen met donkere gevels en noren-gordijntjes voor de deur nemen me mee naar het Edo-tijdperk, toen Takayama een belangrijke handelsstad was. Ik proef sake bij Harada Brewery. Daarna is het tijd voor een culinaire stop. Ik ga voor een proeverij van Hida-vlees, een van de beste rundvleessoorten uit Japan. En dat is nu precies waar deze regio om bekend staat. Ik schuif aan bij het piepkleine restaurantje Hida Beef Baya en bestel de enige drie opties op de menukaart: sushi met Hida-vlees, een spies van de grill en een kroketje.

DE HEILIGE REUS
Vanuit de Alpen zet ik via de Nomugi Pass koers naar het zuiden. Komende dagen staat het icoon van Japan, Mount Fuji, op de planning. Al dagen hoop ik dat de weergoden me goed gezind zijn. Deze symmetrische kegel laat zich namelijk maar tachtig dagen per jaar volledig zien en het zou zonde zijn als ik deze heilige reus mis. Vandaag ga ik hem in elk geval niet meer zien, want in het donker bereik ik de michi-no-eki voor de nacht.

Om 04:30 gaat mijn wekker. In het donker rijd ik naar de Chureito Pagode in de buurt van het Kawaguchimeer. Ik parkeer de auto en begin aan de klim van 397 treden. De lucht kleurt langzaam roze en oranje. Er hangt geen wolkje in de lucht dus mijn hoop wordt alsmaar groter. Eenmaal boven zie ik Mount Fuji in volle glorie. ‘Wauw’, fluister ik zacht tegen mezelf. De rest van de dag hop ik van meer naar meer, telkens weer met een ander perspectief op Mount Fuji.

ZEN AAN ZEE
Na dagen in de bergen verlang ik naar de zee. Ik rijd richting Kamakura, ten zuiden van Tokio. De sfeer is hier laid-back, bijna boheems. Surfers lopen met hun boards onder de arm over het strand, cafés serveren matcha lattes en vintage-winkels vullen de straten. Ik bezoek de Grote Boeddha van Kamakura. Daarna wandel ik door de Japanse tuin van de Hokoku-ji-tempel, waar het zonlicht in zachte strepen door het bamboebos valt. Aan het eind van de dag rijd ik naar de kust en parkeer de camper bij Isshiki Beach. Het is zo helder dat ik nog een keer het silhouet van Mount Fuji in de verte zie. Ik trek een Japans gebrouwen biertje open en geniet nog even van de rust voor ik de Shinkansen (hogesnelheidstrein) naar Kyoto neem.

Doen in Tokio

Tokio is een stad vol contrasten: neon en drukte naast
tempels, tuinen en stille straatjes. Dit zijn onze aanraders:
1. Overnacht in Other Space Hotel (Asakusa)
Rustig en minimalistisch, met ruime kamers voor Japanse begrippen.
2. Senso-Ji Tempel
Bezoek de oudste tempel van Tokio en trek een Omikuji voor een portie geluk.
3. Meiji Shrine
Een oase van rust midden in de stad, omringd door bos.
4. Akihabara
Het hart van animé, manga en arcadehallen – ideaal om te verdwalen.
5. Ginza
Dé wijk voor luxe winkels – ook alleen window shoppen is hier een beleving.
6. Kamata in Kappabashi
Perfect souvenir: handgeslepen Japanse messen die generaties lang meegaan.
7. TeamLab Planets
Interactief kunstmuseum waar je op blote voeten door water en lichtinstallaties loopt. Reserveer vooraf!
8. Shimokitazawa
Gezellige wijk vol vintage shops en lokale sfeer.

De essentials voor jouw campertrip door Japan

Camper huren
Huur je camper bij Tokyo Campervans. Zij hebben verschillende modellen en regelen alles in het Engels (tokyocampervans.com).
Rijbewijs
Je hebt een Internationaal Rijbewijs (model 1949) nodig. Dit haal je eenvoudig bij de ANWB.
Overnachten
Overnacht op campings of bij Michi-no-Eki (gratis wegstations). Deze hebben vaak toiletten, automaten, restaurants en soms zelfs een onsen.
Rijden
Rijden in Japan is overzichtelijk en rustig. Je rijdt links en het stuur zit rechts. Google Maps werkt uitstekend.
Tolwegen
Gebruik een ETC Card om tol automatisch te betalen. Bij Tokyo Campervans zit deze standaard in de camper. 

Wij helpen u graag verder
Velden met een * zijn verplicht