Hij moet zonder twijfel een romanticus in hart en nieren zijn geweest. Waar veel mannen niet verder komen dan een flesje parfum als cadeau voor hun geliefde, vond Salvador Dalí voor zijn vrouw en muze Gala een kasteel wel een passend geschenk. Ze accepteerde het buitenissige cadeau, maar onder één voorwaarde. Dalí mocht het Castell Gala Dalí in het piepkleine dorpje Puból alleen bezoeken als Gala hem schriftelijk toestemming gaf — een regel die hij streng respecteerde.
Vanuit onze centraal gelegen verblijfplaats Girona maken we daags na aankomst een uitstapje naar deze eerste bestemming van de beroemde Dalí-driehoek. Het interieur is een mix van gotische elegantie en Dalíaanse absurditeit, maar verrassend leefbaar, met kamers vol symboliek en Gala’s laatste rustplaats in de crypte onder het kasteel.
Na het bezoek rijden we door naar het nabijgelegen kustplaatsje Llafranc, waar we voor de zondagse lunch een tafel hebben gereserveerd in het fameuze El Far (de vuurtoren). Het uitzicht vanuit het restaurant over de Mediterraneo en de naastgelegen vuurtoren van Sant Sebastià is werkelijk fenomenaal. We genieten er van de huisspecialiteit torradet de arroz con rodaballo, een soort paëlla van gebakken donkere rijst met tarbot en garnalen. De eigenaar komt ons vol trots de fraaie schotel laten zien alvorens deze uit te serveren. Het gerecht is verrukkelijk, en de perfect gekoelde Mas Ollet Mar Blanc uit de regio Empordá die we erbij drinken bezorgt ons een heerlijk rozig zondagmiddaggevoel.
Foodtour
De volgende dag staat een uitgebreide stadswandeling in Girona mét foodtour op het programma. Gids Marc Gonkel, de sympathieke Nederlandse eigenaar van Girona Food Tours, neemt ons mee naar de fraaiste plekjes van deze bezienswaardige en gezellige Catalaanse provinciestad. Gonkel weet ook alles van de lokale specialiteiten en waar je die het beste kunt proeven. Hij woont en werkt al jarenlang in Girona en kent de stad als zijn broekzak. Bij bakkerij Oriell (uit 1887!) krijgen we een xuixo (spreek uit: sjoesjoe), een gefrituurd deegrolletje dat gevuld is met zalige roompudding. De beste xuixos van Girona, volgens Marc. Heerlijk bij onze café solo! Een stukje verderop proeven we hemelse xocolat in Casa Cacao. We ontmoeten er de eigenaar, driesterren patissier en chocolatier Jordi Roca, waarover straks meer. Breed lachend poseert hij op ons verzoek voor een foto.
De overdekte markthal Mercat del Lleó is het kloppend hart van de gastronomie in Girona, en Marc heeft het er druk met het groeten van de vele verkopers. We stoppen even bij slagerij Gironell om een paar schijfjes botifarra dolce te proeven, een worst die tot onze verrassing zoet van smaak is. Na een uitgebreid kijk- en proefrondje door de drukke hal vervolgen we de stadswandeling, deels over de imposante stadsmuur vanwaar je een geweldig uitzicht hebt over de oude stad met in de verte de nog besneeuwde toppen (het is mei!) van de Pyreneeën. Indrukwekkend! Op de beroemde en door Eiffel gebouwde Sant Augustibrug over de riu Onyar nemen we afscheid van Marc. Na een uurtje siësta slenteren we op ons gemak door de smalle straatjes van de Joodse wijk en bezoeken we nog de grote kathedraal. Op het terras van bar Duran is het tijd voor een glas wijn en kijken we onze ogen uit naar de flanerende locals die op de drukke Ramblas hun dagelijkse pantoffelparade lopen. Op tijd naar bed, want morgen wordt onze Grote Dalí Dag!
IJsbeer
Na het ontbijt rijden we via een mooie route eerst naar het fraaie vissersplaatsje Cadaqués, van waaruit het nog een paar kilometer is naar de baai van Portlligat. Hier ligt het witgeschilderde Salvador Dalí House, waar de ‘geniale gek’ (een van zijn bijnamen) een groot deel van zijn leven woonde en werkte. Bezoekers lopen hier door een doolhof van trappen en kamers, met overal surrealistische details zoals een opgezette ijsbeer en een groot ei op een van de daken van het huis. Vanwege de oostelijke ligging van Portlligat had Dalí een spiegel zó opgehangen dat hij altijd de eerste persoon in Spanje was die - vanuit zijn bed - de zon kon zien opkomen. Na het overlijden van zijn muze Gala is Dalí hier vertrokken en er nooit meer teruggekomen, maar alles is gebleven zoals het was toen ze er samen nog woonden. De stilte, de prachtige baai, de natuur rondom het huis en de ontmoeting met zijn fantastische kunstwerken maken een bezoek aan dit zéér bijzondere huis echt een must als je hier in de regio vakantie viert!
Vanuit Portlligat zetten we koers naar Figueres, de geboortestad van Dalí waar we naar het Teatre Museu Dalí willen. Dit wereldberoemde museum is een voormalig theater dat nog tijdens zijn leven door de stad en Dalí zelf is omgetoverd tot een sprookjesachtig museum. Op het dak staan reusachtige eieren en gouden standbeelden die over de stad lijken te waken. Binnen loop je door de hoogmis van Dalí’s fantasie, met schilderijen die tot leven lijken te komen en natuurlijk het beroemde Mae West-kamerportret dat je pas begrijpt als je op een specifieke plek gaat staan. Zijn graf ligt er ook — onder de koepel. We zijn écht onder de indruk, maar als we na afloop de drie bezochte Dalí plekken de revue laten passeren is zijn huis in Portlligat voor ons toch de winnaar! Hoe dan ook: om ze alle drie te bezoeken mag je gerust twee dagen uittrekken en - ben verstandig - koop je tickets tevoren online. Via het pittoreske middeleeuwse dorpje Besalu rijden we na deze dag vol cultuur terug naar Girona.
Broers
Onder het bekende motto ‘het lekkerste moet je tot het laatst bewaren’ staat voor onze slotdag in Girona een lunch op het programma. En niet zo maar een lunch. Culi-kenners van over de hele wereld weten dat Girona de thuishaven is van de broers Juan, Josep en Jordi Roca, eigenaars van El Celler de Can Roca. Dit beroemde driesterren restaurant werd in de bekende San Pellegrino Top-50 enkele keren uitgeroepen tot beste restaurant van de wereld. Om daar te lunchen moet je niet alleen een royaal gevulde portemonnee hebben maar vooral een jaar (!) tevoren reserveren. Dat laatste lukte in ons geval niet, maar we hebben een maand tevoren wél kunnen reserveren in het om de hoek gelegen Can Roca. Dit restaurant van de ouders van de drie broers, waar ze ooit het vak hebben geleerd, maakt deel uit van hun indrukwekkende culinaire imperium met onder meer hotels, restaurants, ijssalons, chocolaterie én een eigen onderzoeksinstituut. Joan is de grote chef, Jordi is de patissier en Josep is de wijnkenner.
We merken aan uitstraling, bediening, inrichting én eten dat de broertjes ook Can Roca ‘in de gaten houden’. Een simpele formule en uiteraard geen drie sterren maar wel eten zoals het hoort: vers, topkwaliteit en bovenal héél erg lekker. Alleen lunch, elke middag vol en geen keuze maar een dagelijks wisselend driegangenmenu mét amuse. Prijs per persoon inclusief wijn en water: €17,50… Kijk, daar heb je natuurlijk geen gevulde portemonnee voor nodig, en je ervaart tóch de sterreninvloed van het nabijgelegen El Celler.
De heerlijke lunch bij Can Roca is een waardige afsluiting van zes dagen vol kunst, cultuur, schitterend landschap, zon en zee, geweldig eten en drinken. Het voelt of Salvador Dalí een goede bekende is geworden!