Sluiten

Alonissos

Alonissos: eiland in de zon

Griekenland staat bekend om zijn vele eilanden. Hoe veel het er precies zijn, weten ook de Grieken zelf niet, maar het zijn er naar schatting zo’n zesduizend. Vierentwintig daarvan vormen tezamen de eilandengroep De Sporaden, waarvan er slechts vier zijn bewoond, te weten Evia, Skiathos, Skopelos en Alonissos. Navenant reisverslaggever Jos Caubo bezoekt in onderstaande reportage het prachtige Alonissos. Niet alleen het meest onbekende, maar met een oppervlakte van krap vijfenzestig vierkante kilometer ook het kleinste van de vier eilanden. Conclusie: het paradijs bestaat echt!

Tekst & foto’s: Jos Caubo

Kaliméra, dýo potíria lefkó krasí parakaló!’. Eindelijk, na drie dagen hard oefenen lukt het ons dan toch om zonder haperen twee glazen witte wijn bij de ober te bestellen en hem ook nog goedendag te wensen. Dat is dan overigens meteen het enige zinnetje, want voor de rest houden we ons maar bij het Engels omdat Grieks toch wel een verdomd moeilijke taal blijkt. En als je op sommige plekken een menukaart krijgt die dan ook nog eens alleen maar in het Griekse alfabet is opgesteld, wordt het helemaal lastig. Maar de vriendelijke ober waardeert lachend onze dappere poging en vraagt waar we vandaan komen. ‘Venlo? Really? I know VVV, our Giorgos Giakoumakis played in Venlo!’ De voormalige Griekse VVV-spits blijkt een eigen land een heuse bekendheid, en wij kunnen vandaag bij de ober niet meer stuk!

Onder het motto ‘waarom gemakkelijk als het ook anders kan’ hebben we besloten om niet per vliegtuig naar Alonissos te reizen (je landt dan op Skiathos en gaat van daaruit kort met de veerboot), maar om vanuit Nederland met de auto te gaan. Toegegeven: je bent even onderweg maar dan héb je ook wat. En het biedt ons bovendien de kans om ook een weekje in Kalivi Elena te logeren van vrienden Marc en Hélène, in het piepkleine dorpje Platanias op schiereiland Pilion, zie eerdere reportage ‘De droom van Elena’ in Navenant Magazine.

Na zo’n achttienhonderd autokilometers en maar liefst zevenentwintig uur op twee veerboten zetten we eindelijk voet aan wal op Alonissos. Een lange reis, met vanaf Igoumenitsa aan de westkust een prachtige autoroute dwars door Griekenland. Onderweg met de tweede veerboot, vanaf Volos op het vasteland, genieten we van de spiegelgladde en kraakheldere Egeïsche Zee en zien we ter hoogte van Milina de dolfijnen in het blauwe water buitelen. Vanaf zee zie je pas goed hoe spectaculair de kustlijn hier overal is.

Bij het afmeren in het haventje van Patitiri vermengen de geuren van wilde tijm en rozemarijn zich met de zilte zeelucht. Het is eind mei en dat betekent dat alles op het eiland volop in bloei staat: een feest voor de zintuigen! Op de rotsen boven de haven ligt Casa Nina, ons verblijf voor de komende dagen. En dat is een ongelooflijk aangename verrassing, zo merken we bij het inchecken: eigenaresse Chrysoula (zie apart kader) heeft voor ons de fraaie Signature Suite vrijgehouden. Vanaf het terras geniet je hier van een adembenemend uitzicht op de baai van Patitiri.

Aardbeving
Aan het begin van de avond hebben we afgesproken met Ioanna Vafini, die ons kort zal rondleiden door de ‘old village’, hogerop in de heuvels. Ioanna kent iedereen op het eiland en iedereen kent haar. Ze is naast architect ook hoteleigenaar en bestuurslid van de Tourist Board, en haar vader is de burgemeester. Een betere gids kunnen we ons niet wensen! “Chora, wat we sinds 1965 de ‘old village’ noemen, was voor die tijd het grootste dorpje van het eiland”, vertelt Ioanna. Ze vervolgt: “Maar in 1965 is er een vreselijke aardbeving geweest waarbij het dorp grotendeels is verwoest. Dat is in de periode na 1980 weliswaar helemaal gerestaureerd, maar kort na de aardbeving zijn de meeste bewoners naar de haven getrokken waardoor Patitiri nu het grootste plaatsje is”.

Dat ‘groot’ valt wel mee, want Alonissos telt in totaal nog geen drieduizend bewoners. Als je door de old village wandelt, doet niets meer aan de aardbeving herinneren. Het is een zeer charmant en schilderachtig oud dorp. De naam Chora wordt amper nog gebruikt, iedereen heeft het over de old village. Aan de rand van het dorp komen we langs het prachtig gelegen kerkhof. Genieten bewoners tijdens hun aardse bestaan op Alonissos al van sublieme vergezichten, ook ná hun verscheiden hebben ze hier zonder uitzondering een ‘room with a view’!

Tijdens onze wandeling bezoeken we ook het eerste en enige onderwatermuseum ter wereld, het ‘Knowledge Awareness Centre for the Accessible Underwater Archeological Sites’. Een hele mond vol, maar het is beslist de moeite van een bezoek waard. Dat zit zo: Alonissos lag al in de oudheid op belangrijke internationale scheepvaartroutes. Daardoor liggen er in de wateren rondom het eiland talloze scheepswrakken met uiterst waardevolle archeologische vondsten, zoals bijvoorbeeld terracotta amfora’s met wijn en olijfolie. Het idee voor het museum is ontstaan nadat bleek dat ‘vakantieduikers’ vaak onbewust dergelijke vindplaatsen beschadigden. Dankzij de moderne techniek kun je nu in het museum met een Virtual Reality bril op je hoofd op onwaarschijnlijk realistische manier onderwater duiken en de archeologische schatten bewonderen. Een echte aanrader!

Aan het einde van de rondleiding door de old village neemt Ioanna ons mee naar het uitzichtpunt Kalovoulos, dat bekend staat vanwege de schitterende zonsondergangen. Ze heeft niets te veel gezegd, want de ondergaande zon kleurt de hemel in ontelbare kleuren geel, rood en goud, waarbij ook het naburige eiland Skopelos baadt in het avondlicht. Een mens zou van minder romantisch worden!

Vissersbootjes
De volgende ochtend zetten we na het ontbijt koers naar het dorp Kalamakia. Picture this: azuurblauwe zee, twintig huizen, twee traditionele restaurants op de kade, vissersbootjes voor de deur waar door een schipper de vis aan land wordt gebracht, moeder die in de open keuken staat en het belangrijkste: we zijn hier echt hélemaal alleen. De ober van restaurant Margarita vertelt dat dit in augustus heel anders is, want dan weten zijn landgenoten van het vasteland Alonissos wel te vinden. “August is hell for me, because I work all alone”, zegt hij wat bedrukt. Maar vandaag hoeft hij zich niet te overwerken.

Het is bijna twaalf uur en we besluiten hier maar eens even lekker te blijven zitten. Onze gamba’s gaan letterlijk vanaf het bootje rechtstreeks de grill op, evenals hun achtpotige lotgenoot octopus. Vooraf eten we in olie ingelegde ansjovis, en als nagerecht is er gekonfijte sinaasappel. Mogen we even afrekenen? Jazeker, dat is dan bij elkaar 34 euro… Inclusief wijn, welteverstaan. Mogelijk dat de twee karaffen gekoelde witte wijn ons wereldbeeld wat extra rooskleurig maken, maar als we na afloop op het aanliggende strandje in de schaduw uitbuiken, concluderen we eensgezind dat gelukzaligheid toch echt bestaat!

Alonissos heeft feitelijk maar één weg die van zuid naar noord over het eiland loopt, totale lengte zo’n twintig kilometer. Een tiental zijwegen voert naar even zoveel strandjes, het ene nog paradijselijker dan het andere. We bezoeken ze bijna allemaal, waarbij we vaak de enigen zijn. Onze favoriet is het strand Megalos Mourtias, echt fantastisch mooi!
Tijdens een van de volgende dagen eten we in restaurant Akrogiali aan de haven in Patitiri. Ioanna heeft de tafel voor ons gereserveerd, zodat we ‘first class’ zitten. Na wat overheerlijke tonijn vooraf eten we de specialiteit van het huis: linguine met garnalen. Gevolgd door een krokant gegrilde red snapper. Wie zegt er nog dat Grieken alleen maar grote hoeveelheden vlees eten?

Veel te snel naar onze zin vliegen de dagen voorbij en met veel weemoed stappen we de laatste dag aan boord van de ferry die ons terug naar het vasteland brengt. ‘Paradise Island’ Alonissos nemen we mee in ons hart!

Trotse vrouwen van het eiland
Chrysoula Florous is geboren en getogen op Alonissos. Samen met haar dochters Rania en Afrodite runt ze Casa Nina, zoals het bedrijf twee jaar geleden na een grondige renovatie is gedoopt. Voor die tijd heette het pension Nina, dat in 1968 door de schoonmoeder van Chrysoula werd gestart. “Kort na de aardbeving, er was toen echt helemaal niets. Gasten hadden alleen licht van olielampen”, zegt Chrysoula. In 2007 nam zij het bedrijfje over, en dat was het begin van een intensief en jarenlang traject dat twee jaar geleden werd afgerond met de naamsverandering naar Casa Nina. Resultaat: 19 schitterende kamers, appartementen en suites die uiterst smaakvol en modern zijn ingericht en tot de top van het eiland behoren. En allemaal met dat onvoorstelbare mooie uitzicht op de baai van Patitiri. “Mijn dochters studeren nog, maar zijn nu al actief in het bedrijf. Na hun studie komen ze allebei definitief terug naar het eiland om Casa Nina mee verder te ontwikkelen. Alonissos is klein, maar de levenskwaliteit die we hier hebben is uniek in de hele wereld.”

Praktische info

Vervoer:
Wij kozen voor auto in combinatie met veerboot. Reken voor de overtocht (22 uur van Ancona naar Igoumenitsa en vervolgens nog eens vijf uur van Volos naar Alonissos) op minimaal €650,- retour voor twee personen. Sneller en goedkoper is met TUI van Amsterdam naar Skiathos vliegen en dan van daaruit de veerboot naar Alonissos nemen (ca. 1,5 uur).

Verblijf:
Casa Nina: Tarieven voor 4-sterren Deluxe kamers in het voorseizoen vanaf 65 tot 150 euro per nacht per kamer, oplopend naar €290,- per nacht voor de Signature Suite in augustus. 
Atrium Hotel: 4-sterren hotel, tarieven voor Superior kamers in voor- en naseizoen vanaf 80 euro per kamer, oplopend naar €199,- voor een suite in augustus.

Eten en drinken:
Vis, vis, vis! Wij aten overal voortreffelijk, onder meer bij:
Restaurant Margarita in Kalamakia, traditioneel en authentiek.
Restaurant Dendrolimano in Votsi, moderne Italiaanse keuken, wat luxer
Restaurant Akrogiali in Patitiri, tikje trendy en tegelijk traditioneel
Hayiati in de old village, koffiebar met kleine kaart, subliem uitzicht vanaf het terras.

Wij helpen u graag verder
Velden met een * zijn verplicht