Het moge duidelijk zijn dat Zuid-Limburg vandaag de dag ontzettend populair is onder de eigen bevolking. Die populariteit nam nog eens een extra vlucht ten tijde van de coronacrisis, toen de Nederlander gebonden was aan het eigen land en massaal afzakte naar het Heuvelland. Dit resulteerde in een overvol gebied dat zelfs een tijdje op slot ging.
Tekst: Niels Smits / Foto’s:
Zeker liefhebbers van de stiel reizen met enige regelmaat af naar het zuidelijkste gedeelte van onze provincie en laven zich daar aan de ontelbare heuvels die Limburg rijk is. Vaak in groten getale en op plaatsen die hun geschiedenis hebben in de Limburgse wielersport. Denk bijvoorbeeld aan de perfect uitgepijlde lussen van de Amstel Gold Race
De grote keerzijde van de aanwezigheid van alles op een tweetal wielen, is de weerstand die het oproept onder bewoners, wandelaars en andere weggebruikers. Asociaal gedrag ligt hier vaak ten grondslag aan, het ontbreken van een simpele fietsbel doet de rest. Toch dient vooral niet iedere fietser aan de schandpaal genageld te worden.
Heuvel, wat ben je mooi
In zijn fiets- én wandelgids Heuvel, wat ben je mooi (uitgeverij TIC) probeert import-Limburger Niels Smits het over een andere boeg te gooien en de lezer ervan te overtuigen dat er plaatsen in het Heuvelland bestaan die minder druk bezocht zijn. De schoonheid daarentegen wordt te allen tijden gegarandeerd, ook in fietsluwe gebieden als de stad Maastricht en de regio Parkstad.
Voor Navenant Magazine wordt de eerder genoemde Amstel Gold Race onder de loep genomen en diens finale-lus (AGR-lus 3) hertekend naar een route over minder bekende wegen en beklimmingen. De blauwdruk van de route blijft haast intact, maar de alternatieven op beklimmingen als de Keutenberg, Kruisberg en Gulpenerberg laten je de minder bekende kanten van het Heuvelland zien. De enige voorwaarde hieraan is dat de in het boek beschreven spelregels in acht worden genomen, zodat we met zijn allen kunnen genieten van onze prachtige provincie!
Start en aankomst van deze Amstel Gold Race, maar dan anders liggen bij zwembad Mosaqua in Gulpen, waar voldoende parkeergelegenheid aanwezig is.
Amstel Gold Race, maar dan anders
Het belooft alvast een loodzware dag te worden in het zinderde Zuid-Limburgse Heuvelland. Over een afstand van om en nabij 94 kilometer dienen ruim 1500 hoogtemeters te worden bedwongen, iets wat voor Nederlandse begrippen gewoonweg veel is.
Er écht lekker inkomen vanaf de start zit er dan ook niet in. Waar in de Amstel Gold Race voor de steile zijde van de Gulperberg wordt gekozen, valt mijn keuze vandaag op de Koning van Spanje, die direct na het verlaten van de parkeerplaats zijn intrede doet. Deze variant mag dan een stuk liefelijker ogen en voelen, pijn doet hij toch alvast.
Schulsbergweg
Een pijn die blijft. Want hoewel het door mij verfoeide tweeluik Kruisberg-Eyserbosweg vandaag wordt vermeden, volgt enkele kilometers later hun alternatief. Allereerst geniet ik van de werkelijk prachtige, onbekende beklimming van de Schulsbergweg, die slingerend de heuvelrug opkruipt. De nostalgie spat van het wegdek af en de koeien in de wei kijken je schaapachtig aan.
Côte de Trintelen
Om te ontkomen aan de steile Eyserbosweg kies ik vervolgens voor de Eyserweg, die na een bezoek van de Tour de France in 2005 overigens werd omgedoopt tot Côte de Trintelen, één van de langere én goedlopende beklimmingen in Zuid-Limburg. Hierna zijn de beentjes wel opgewarmd en klaar voor de rest van deze dag.
Doodeman
Iets wat nodig is, want na een kort intermezzo over de rug van de Fromberg is het wachten op de Doodeman, die opduikt in het gehucht Stokhem, nabij de bierbrouwerij van Brand. Deze angst inboezemde klim kent dezelfde top als de Keutenberg, echter verdeelt hij zijn stijgingspercentages beter. Dat laatste blijkt niet per se een voordeel te zijn. Zeker niet. De Doodeman beschikt naast zijn bizarre naam over pijnlijke stijgingspercentages. Ik zie af vanaf de voet tot aan de top, maar voel me een berggeit zodra ik boven ben. Wát een klim!
Goudsberg
Toch moet ik niet blijven hangen in dit gevoel. Een blik op mijn Garmin wijst me er op dat ik pas 22 kilometer onderweg ben en er komt nog wat aan. Wat heet. Bovenaan Valkenburg passeer ik de Goudsberg, waar het uitzicht op een prachtige carréboerderij me doet dagdromen.
Ik sleep mezelf over pijnlijke passages richting de top en merk tot mijn verbazing dat dit geitenpad op eenzelfde punt uitkomt als de Loorberg, maar dan met honderden meters minder onder de wielen. Bizar. Goed en wel bekomen van de schrik besef ik echter dat deze memorabele klimexpeditie tot een einde gaat komen. Ik pik nog enkele venijnige stukjes oplopend asfalt mee in de omgeving van Epen en Vijlen, vooraleer ik me klaarstoom voor de allerlaatste klim van de dag. Nog één keer dien ik alle grinta uit mijn benen te persen om de westelijke zijde van de Gulperberg te bestijgen. Een laatste kwelling voor mijn uitgewrongen lichaam, maar wat ben ik voldaan wanneer ik boven ben.